De Linten van de Lage Landen: een fijnmazig netwerk van linten en vaarten door het Groene Hart
Opdrachtgever: Abe Veenstra, adviseur Landschap provincie Zuid-Holland
Jaar: 2015
Want als er nu één verstedelijkt landschap is waar landschappelijke lange lijnen al eeuwenlang de basis van vormden, die al het goede met elkaar verbindt, is het de ‘Randstad’. In de Randstad is echter ingezet op een grover, grootschaliger idee voor een metropolitaan park: het Groene Hart. Vanuit het vliegtuig gezien vormt de Randstad een hoefijzer van stad met daar midden in een grote groene open ruimte, het Groene Hart. Maar dat Groene Hart is niet het ‘Central Park’ voor de Randstad zoals het wel genoemd wordt. Dat Central Park past 50.000 x in het Groene Hart, met ongeveer een gelijk aantal omwonenden. ‘Een achtertuin voor de Randstad’ (die andere veelgehoorde vergelijking) is het Groene Hart evenmin. Het ligt vaak op minstens een uur autorijden van de stadscentra vandaan. Een achtertuin begint achter je huis. Maar daar zijn in de Randstad die ‘Groene Hart-ervaringen’ vaak ver te zoeken. Die Hollandse Meesters in het echt. Nu de stad zijn groeispurt achter de rug heeft is het tijd de balans opnieuw te zoeken tussen ‘stads’ en ‘landelijk’, tussen oud en nieuw. Om het hoofdzakelijk 20e eeuwse stedelijk tapijt en het oude landschap waar dat overheen gedrapeerd is in een nieuwe verhouding te brengen. Dat is geen kwestie van tegenstellingen in termen van groen-rood of stad-land. In plaats van zwart-wit denken in tegenovergestelde vlakken – tussen hét platteland en dé stad – gaat het veel meer over hoe die uitersten met elkaar verbonden zijn. Het is eerder een kwestie van lijnen dan van vlakken. Van routes in plaats van planologische vlekken. Het Hollandse Landschap ís een landschap van Lange Linten. Van veenstroompjes en rivierlopen, kades, dijkjes, weteringen en vaarten die een aaneengeschakeld netwerk vormen van waaruit Holland ontstaan is. Ze zijn het natuurlijke en cultuurhistorische skelet waaromheen het stedelijke weefsel in de 20e eeuw verder uitgegroeid is.
Holland is een land op 100% waterbasis. Het is een landschap dat ontstaan is uit en door water, van ontgonnen veenmoerassen, drooggelegde plassen. Het is de omgekeerde wereld, waarin land laag en water hoog ligt. Van water dat eruit moet via al die lange lijnen. Al eeuwenlang zijn die lijnen de (hooggelegen) ontginningbases geweest, de cultuurhistorische hoofdaders waar dijkjes, bebouwing, molens en lintdorpen op samenvallen. Die Linten vormen van zichzelf dus de cultuurhistorische kapstok van het Hollands landschap, met alle ingrediënten van dat landschap in zichzelf. Met alle hybride varianten van stads, dorps, landelijk en natuurlijk door elkaar. En in hun veelvormigheid vormen die Linten dus ook de verbinding tussen uitersten van het spectrum; ze verbinden de centra van de Hollandse watersteden met het hart van de Hollandse polders. Routes zijn die Lange Linten tegenwoordig echter niet meer. Per boot wel, dan vaar je nog steeds van de Euromast naar de Amsterdamse grachten. Maar varen is niet langer de belangrijkste vorm van verkeer. En uiteraard is dat vaarwegensysteem van oudsher nooit vergezeld gegaan van fiets- en wandelpaden. Jaagpaden voor de trekschuiten treffen we nog wel eens aan en zijn soms tot fietspad geasfalteerd, maar even zo vaak ook worden die routes afgesneden door bedrijfsterreintjes die aan het water liggen. Of is het jaagpad een drukke straatweg geworden. Soms doorsnijdt een snelweg het oude vaarwegenpatroon. Maar het meest nog liggen ze er verloren bij, die oude vaarwegen.
Gevaren wordt er maar af en toe. Op de kades erlangs grazen schapen, en maken hekwerken ons het doorgaan onmogelijk. Of het water is zélf de barrière, waardoor we de kade aan de overkant nooit zullen bereiken. En dat is voor een samenhangend netwerk natuurlijk funest. Eén ontbrekende schakel en een route is geen verbinding meer, maar twee keer een doodlopende weg. Maar wanneer je vanuit deze invalshoek het oude vaarwegennetwerk onderzoekt dan openbaart zich een potentieel uitgestrekt landschapspark dat je de mooiste plekken van Holland laat zien. Én detecteer je die missing links waar je dus heel gericht je aandacht op kan richten. Die Lange Linten van de Lage Landen zijn hét potentiële recreatieve Parkwaysysteem waarmee je het beste van Holland op een presenteerblaadje krijgt, verbonden door geweldige routes. We hebben ze in kaart gebracht zodat je overzicht krijgt over dit allesverbindende spinnenweb van waterwegen en kades. Pak vooral Google Earth erbij om ze ‘mee te lopen’. Dan kan je in- en uitzoomen en lijkt het er allemaal al te zijn. Lastige barrières als hekjes of verbodsbordjes zie je niet vanuit de lucht. Plotseling wordt duidelijk dat je vanuit de Kralingse plas heel eenvoudig via de Rotte naar de oorsprong van die Rotte zou kunnen fietsen, en dan, met een kleine ingreep, alweer bijna in Boskoop bent, het Venetië van de polderwereld. Of dat ook door het Westland nog altijd die oude voormalige kreken slingeren die je het gebied van een heel andere, zachtere kant zouden kunnen laten zien. Het netwerk gaat van hart tot hart, zowel van de Hollandse watersteden als naar het hart van de Hollandse polders. En door heel veel gebiedjes die daar tussenin zitten, die geen stad zijn en geen land, die dorps zijn, landelijk, of waar de oude en de nieuwe wereld heel contrasterend over elkaar liggen en door elkaar lopen. Het ontsluit de veelheid aan smaken die het Hollandse Landschap inmiddels heeft. Het tot stand brengen van dit recreatieve, cultuurhistorische en landschappelijke netwerk vergt een serieuze inspanning. Maar anders dan bij Olmsteds Parkway hoeft het niet van de grond af aan opgebouwd te worden. Grotendeels ligt het er al. We moeten het alleen met elkaar verbinden, knelpunten oplossen.
Dat kan stapsgewijs: laten we beginnen waar het kan: er wordt immers al volop gewerkt en gesleuteld aan dit netwerk. Kades worden versterkt, watergangen aangepast, verzakkende wegen gerepareerd, oevers aangepast, bruggen vervangen etc. Ook lángs het netwerk zijn er volop ontwikkelingen, zowel in de stad als daarbuiten. Nieuwbouw, maar steeds vaker juist ook transformatie van bestaande stedelijke gebieden, inpassing van nieuwe infrastructuur, aanpassingen van natuur- en recreatieterreinen, herstructurering glastuinbouw; veel van de dynamiek in dit verstedelijkte landschap is direct te koppelen aan het netwerk van watergangen, dijken en kades. Wat als we alles wat we toch al doen, of van plan zijn, vanaf nu eens zouden bekijken vanuit de bijdrage die dat kan leveren aan versterken van het netwerk? Dan ontstaan er tal van kansen en combinatiemogelijkheden. De aanleg van een wandelpad in combinatie met een kadeverbetering. Een verbreding van een snelweg waarbij tegelijkertijd een nieuwe verbinding wordt gemaakt door middel van een goede tunnel. En je stuit bij het aflopen van dat netwerk op veel meer. Op kansen die je anders gemist had. Op bedrijventerreinen aan het water waar je opeens kansen voor prachtige woonmilieus aan zo’n Lang Lint ziet ontstaan. Aan een landgoed die de parkachtige sfeer van de route zou kunnen versterken in plaats van die autosloperij. Op boerderijen die staan te verkrotten maar waarin je opeens dat restaurant aan het riviertje in ziet. Dat begint met het zien, want je gaat het pas zien als je het door hebt. Dus kijk vooral even mee.